Bram Verbaas besloot na het afronden van een eerdere opleiding en een paar jaar ondernemen te starten aan de rechtenstudie op de Radboud Universiteit. Hij was van mei 2013 tot april 2014 actief bij Stichting Rechtswinkel Nijmegen-Oost. Tot voor kort was hij werkzaam als juridisch medewerker bij Van Leijen Overheidsrecht. Tegenwoordig houdt hij zich bezig met verschillende projecten, waaronder het opzetten van zijn eigen juridische uitgeverij.
Hoe bent u destijds bij de rechtswinkel terecht gekomen?
Iedereen ging bij een studenten- of studievereniging, maar een studiegenoot waar ik destijds veel mee optrok zat al bij de rechtswinkel en dat leek mij ook tof. Ik hoorde van andere mensen dat iedereen in die tijd zat te azen op een plekje bij Stichting Rechtswinkel Nijmegen-Oost. Via mijn studiegenoot ben ik uiteindelijk uitgenodigd voor een sollicitatie. Zo zie je maar dat het kennen van mensen je niet per se beter maakt, maar je wel degelijk kan helpen.
Hoe heeft u het rechtswinkelwerk ervaren?
Het rechtswinkelwerk vond ik oprecht boeiend en leuk om te doen. Het is erg dankbaar werk. Ik merkte dat ik er vrolijk van werd om cliënten met hun vragen op weg te kunnen helpen. Hierdoor kreeg ik in de gaten dat ik graag mensen wilde gaan helpen. Dit hoeft niet altijd met een juridische oplossing te zijn. Soms kwamen er cliënten op het spreekuur die niet echt een juridisch probleem hadden. Deze mensen wilde ik ook graag helpen.
Waar heeft u van uw tijd bij de rechtswinkel het meest van geleerd?
De kern is duidelijk communiceren. Tijdens de rechtenstudie zit je alleen maar met professoren en studiegenoten die in hetzelfde juridische taaltje met elkaar spreken en naar elkaar schrijven. De rest van de wereld doet dat niet. Het is enorm belangrijk dat het voor cliënten duidelijk is waar je het over hebt. Zij zullen niet snel zelf zeggen dat ze iets niet begrijpen, want dan voelen ze zich ‘dom’. Het is daarom van groot belang om goed op hun lichaamstaal te letten. Dat is ook een verantwoordelijkheid die je als rechtswinkelier moet nemen. Hoe je op de studie leert schrijven en praten en hoe je bij de rechtswinkel met cliënten omgaat, zijn toch wel echt twee geheel verschillende dingen.
Wat bent u na uw rechtswinkeltijd gaan doen?
Ik ben ruim twee jaar juridisch medewerker geweest bij Van Leijen Overheidsrecht, een kantoor in Den Bosch. Hier kreeg ik vooral te maken met grondzaken, verjaring en snippergroen. Dit laatste zijn her en der van die stukjes groen in een woonwijk die in gebruik worden genomen door burgers. Om haar eigendommen in de gaten te houden moet de gemeente projecten opzetten waarmee zij in kaart brengt of haar grond in gebruik is genomen. Na een bepaalde tijd kan zij haar eigendom namelijk niet meer terugkrijgen wegens verjaring. Tijdens de studie vond ik verjaring een super saai onderwerp. Door mijn werk ben ik het in de praktijk gaan zien en vond het erg leuk.
Nog niet zo lang geleden heb ik mijn baan opgezegd. Naast een aantal andere projecten ben ik tegenwoordig voornamelijk bezig met het opzetten van een juridische uitgeverij. Iedere jurist weet wel iets en heeft daarom altijd wel wat te vertellen. Als student ben je eigenlijk ook al jurist en het kan tof zijn om bij een sollicitatie te kunnen laten zien dat je al een boek hebt geschreven. Zo zou je een scriptie of een goed essay kunnen laten publiceren.
Is er nog iets wat u aan de huidige rechtswinkeliers zou willen meegeven?
Je kunt met je rechtenstudie echt alle kanten op. Dat is het mooie van de studie. Kijk in de Quote500 en de helft heeft rechten gestudeerd. Houd je blik dus gewoon lekker wijd. Besef tegelijkertijd dat al het juridische niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is. Dit is echt belangrijk om in gedachten te houden als je met mensen communiceert. Probeer zaken zoveel mogelijk in ‘normale mensentaal’ uit te leggen.
Auteurs: Jessica Rietman & Lieke Oosterveld