Ga naar de inhoud

Plekje onder de Waalbrug?

NIJMEGEN – Anja en Mo wonen samen in een huurhuis in Nijmegen. Zij huren al vier jaar een huis van Pablo en hebben en huurcontract voor onbepaalde tijd. Op enig moment wil Pablo het huis niet meer aan Anja en Mo verhuren, maar aan zijn vriend Peter. Hij plakt een briefje op de deur waarop staat dat Anja en Mo binnen een week het huis moeten verlaten. Anja is in tranen als ze het briefje van Pablo leest en raakt meteen in paniek. Hoe kan Pablo zomaar het huurcontract opzeggen? Waar moeten ze nu gaan wonen? Hoe gaan ze binnen één week een nieuw huis vinden in de mooiste stad van Nederland? Worden ze dakloos?

Mo, een rustiger type, leest het briefje van Pablo eens goed door en denkt dat Pablo het huurcontract niet op deze manier kan opzeggen. Het kan toch niet zo zijn dat Pablo ze zomaar uit huis kan zetten, zeker met deze domme reden? Als Pablo graag een huis aan Peter wil verhuren, dan koopt hij toch lekker een nieuw huis! Hij heeft toch geld zat. Hij moet niet van zijn probleem ons probleem maken, zegt Mo tegen Anja.

Mo heeft gelijk. Pablo kan Anja en Mo niet zomaar op straat zetten. Voordat Pablo van de huurovereenkomst af kan, moet hij de huur opzeggen. Dit houdt in dat hij aan Anja en Mo een aangetekende brief moet sturen waarin hij zegt dat hij het pand niet meer aan ze verhuurt. Bovendien moet Pablo in deze brief de reden opgeven waarom hij het huurcontract opzegt. De wet geeft een bepaald aantal redenen op basis waarvan het huurcontract kan worden opgezegd. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin Pablo het huis dringend nodig heeft voor eigen gebruik of waarin Pablo wil voldoen aan het geldende bestemmingsplan voor de woning. De reden die Pablo heeft om het huurcontract op te zeggen – hij wil het huis aan zijn vriend Peter verhuren – voldoet niet aan deze eis. Pablo mag de huur om deze reden helemaal niet opzeggen.

Stel nu dat Pablo wel een wettelijke reden had om de huur op te zeggen. Pablo heeft het huis bijvoorbeeld dringend zelf nodig omdat het huis gelijkvloers is en Pablo sinds kort in een rolstoel zit vanwege een auto-ongeluk. Pablo had dan in de aangetekende brief aan Anja en Mo moeten vragen om een schriftelijke reactie binnen zes weken op de huuropzegging. De huurder moet namelijk schriftelijk instemmen met de huuropzegging. Doet de huurder dit niet, dan zal de verhuurder naar de rechter moeten stappen om het huurcontract te beëindigen.

Om te voorkomen dat een huurder zomaar van de ene op de andere dag uit zijn huis kan worden gezet, moet de verhuurder de huurder een bepaalde termijn gunnen om het huis te verlaten. Dit wordt de opzegtermijn genoemd. De lengte van de opzegtermijn hangt af van het huurcontract. Hoe langer je huurt bij de verhuurder, hoe langer de opzegtermijn is. Heb je een contract van langer dan één jaar, dan heb je minimaal recht op een opzegtermijn van drie maanden. In het geval van Anja en Mo is de opzegtermijn zelfs zes maanden, omdat ze al vier jaar huren bij Pablo. Anja en Mo hebben dus vanaf het moment dat ze instemmen met de opzegging een half jaar om een nieuwe woning te zoeken.

Huurders krijgen over het algemeen vrij veel bescherming. Dit is ook logisch, aangezien de huurder in een veel zwakkere positie verkeerd dan de verhuurder. Door deze huurbescherming wordt voorkomen dat huurders zomaar op straat kunnen worden gezet. Anja en Mo hoeven zich dus geen zorgen te maken en hoeven niet alvast een plekje onder de Waalbrug te claimen.

Auteur: Bart Jaspers


Tags: