In tijden van de coronacrisis volgen drastische maatregelen van de overheid. Zo geldt de ‘anderhalvemeterregel’. Sommige mensen houden zich niet aan de voorschriften en worden agressief als ze hierop worden aangesproken.
Overal komt men de coronamaatregelen tegen. Veel mensen werken vanuit huis omdat hun werkplek is afgesloten. Ook ‘even’ een terrasje pakken en genieten van het lekkere lenteweer zit er niet meer in. Sommige mensen zijn het echter niet eens met de regels die de overheid heeft opgesteld. Zij menen dat de regels niet voor hen gelden. Zo zijn er nog steeds mensen die niet genoeg afstand van elkaar houden of nog steeds in grote groepen samenkomen. De politie treedt hiertegen op door het uitdelen van hoge boetes. Steeds vaker hoor je dat mensen het niet eens zijn met deze boete en dit uiten door de politie of de mensen die ze erop aanspreken in het gezicht te spugen. Ook winkelpersoneel wordt regelmatig verbaal bedreigd als het hierover een opmerking maakt. In dit artikel zal de aanpak van het Openbaar Ministerie en de winkeliers worden besproken.
Snelrecht
Er zijn inmiddels dertien rechtszaken geweest waarbij een ‘coronaspuger’ is veroordeeld met behulp van het snelrecht. Hierbij komt de verdachte binnen zeventien dagen voor de rechter. Van het snelrecht wordt doorgaans na de jaarwisseling gebruik gemaakt om alle vuurwerkincidenten af te handelen. Een bepaald soort zaken leent zich voor de toepassing van het snelrecht: het gaat vooral om zaken waarbij de verdachte op heterdaad wordt betrapt of waarbij de verdachte bekend heeft, maar ook zaken met betrekking tot geweld tegen personen in een publieke functie.
Het snelrecht mag geen afbreuk doen aan de zorgvuldigheid van het strafproces. De verdachte heeft namelijk recht op een eerlijk proces. Daarom wordt van het snelrecht enkel gebruik gemaakt in zaken die makkelijk te bewijzen zijn. Zorgvuldigheid staat hierbij voorop.
Omdat ook de rechtbanken in deze tijd zo goed als gesloten zijn, vinden deze rechtszaken plaats door gebruik te maken van een videoverbinding. De straf die de ‘coronaspugers’ opgelegd krijgen, varieert van drie weken tot een half jaar gevangenisstraf, al dan niet geheel voorwaardelijk. Gemiddeld genomen wordt een gevangenisstraf van 56 dagen opgelegd.
Winkelverbod
Naast de aanpak van het OM nemen supermarkten het heft ook in eigen hand. Zo hebben verschillende winkelfilialen gekozen om een lik-op-stukbeleid te voeren. Helaas komt het veelvuldig voor dat supermarktmedewerkers verbaal worden bedreigd omdat de klant verplicht wordt een winkelwagen te pakken. Ook het feit dat medewerkers klanten aanspreken op het houden van afstand, wordt hun vaak niet in dank afgenomen. De mensen die de regels in de supermarkt niet respecteren, kunnen een winkelverbod krijgen.
Een winkelverbod kan op twee manieren worden opgelegd, zowel mondeling als schriftelijk. Het is aan te raden om het winkelverbod schriftelijk op te stellen en te overhandigen aan de betreffende persoon. Daarnaast is het handig om een afschrift te sturen naar het plaatselijke politiebureau ter informatie. Indien de persoon de winkel niet wil verlaten, ook niet na aandringen, dan pleegt deze persoon huisvredebreuk. Op huisvredebreuk staat een gevangenisstraf tot één jaar of een flinke geldboete. Een winkelverbod kan er dus voor zorgen dat de overlast veroorzakende persoon niet meer terugkomt in de winkel; hij riskeert namelijk een flinke straf als hij wel langskomt.
Bij sommige filialen loopt het soms zo erg uit de hand dat ze ervoor moeten kiezen een professioneel beveiligingsbedrijf in te huren om de orde te handhaven. Deze filialen kiezen er dan meestal ook voor om de klanten die stennis schoppen een winkelverbod op te leggen voor de duur van één jaar. Dit is de maximumduur van een winkelverbod.
Auteur: Bart Jaspers