Inmiddels houdt de COVID-19-pandemie de wereld al meer dan een jaar in zijn greep. Wereldwijd zetten landen alles op alles om het coronavirus te bestrijden. De Nederlandse overheid heeft het afgelopen jaar verschillende maatregelen genomen om verdere verspreiding van het coronavirus te beperken. Sinds 1 december 2020 is de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 van kracht. Deze wet geldt in ieder geval tot 1 juni 2021. De wet biedt de overheid de mogelijkheid om nadere regels vast te stellen over verschillende onderwerpen, zoals groepsvorming en anderhalve meter afstand houden. Deze maatregelen beperken mensen niet enkel buitenshuis, maar ook binnen hun eigen woning. Sommige mensen zijn het niet eens met de maatregelen; zij vinden dat de maatregelen die invloed hebben op het leven binnenshuis op gespannen voet staan met het huisrecht dat in de Grondwet is opgenomen. Zij vragen zich af hoe de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 zich verenigt met grondrechten in het algemeen en welke mogelijkheden de politie heeft om achter de voordeur in te grijpen gelet op het huisrecht.
Het beperken van grondrechten
Ondanks dat grondrechten prevaleren boven andere wetten, mogen deze in sommige gevallen worden beperkt. De beperking moet dan wel bij wet zijn voorzien. Dit betekent dat enkel wetten gemaakt door de regering en de Staten Generaal gezamenlijk een dergelijke beperking mogen bevatten. Daarnaast moet een reden worden genoemd die de beperking kan rechtvaardigen, zoals het bevorderen van de volksgezondheid. Ten derde moet de beperking proportioneel en subsidiair zijn. Dit houdt in dat met de inbreuk wel het gestelde doel kan worden bereikt en dat de inbreuk redelijk moet zijn.
Het huisrecht
De Grondwet bevat meerdere bepalingen over het recht op privacy. Het recht op bescherming van de woning is van belang bij het binnentreden van een woning. Iedere Nederlandse burger is op grond van dit artikel beschermd tegen het binnentreden van zijn woning zonder dat hij daarvoor toestemming heeft gegeven. Als de politie voor uw deur staat en zij vraagt om bij u binnen te komen, dan kunt u dit in principe weigeren. De politie mag niet zomaar naar binnen. Het binnentreden van een woning is wel geoorloofd in de gevallen die in de wet zijn bepaald door hen die daartoe bevoegd zijn.
Bovenstaande bescherming geldt natuurlijk alleen als een ruimte als woning wordt beschouwd. Een woning is een ruimte of een huis waar één of meerdere personen als huishouden verblijven. De woning is van de buitenwereld afgesloten en de ruimte moet bestemd en ingericht zijn om te wonen. Onder omstandigheden kunnen een tweede huis en ook een hotelkamer onder kwalificatie ‘woning’ vallen. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval.
In welke gevallen mag de woning worden betreden?
Ten eerste mag de woning worden betreden met toestemming van de bewoners. Voor het binnentreden van een woning, zonder toestemming van de bewoners, is een machtiging nodig van de (hulp)officier van justitie. Een machtiging moet als het mogelijk is aan de bewoner worden getoond. Een machtiging wordt uitgevaardigd om bijvoorbeeld een overtreding te doen stoppen of om overlast tegen te gaan. Een machtiging is niet vereist, indien ter voorkoming van ernstig of onmiddellijk gevaar voor veiligheid van personen of goederen waardoor onmiddellijk in de woning moet worden binnengetreden.
Gelden er nu andere regels voor het binnentreden in een woning na de invoering van de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19? Het antwoord op deze vraag is: ‘Als een samenkomst leidt tot overlast voor de buren of omgeving kan er gehandhaafd worden’. Hiervoor gelden de ‘normale’ regels. De politie heeft dus op grond van de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 geen extra mogelijkheden gekregen om binnen te treden. Hiervoor is nog steeds toestemming of een machtiging vereist.
De Nederlandse burger wordt dus beschermd tegen het onbevoegd binnentreden door de politie. Om de burger extra te beschermen is het onbevoegd binnentreden in een woning strafbaar gesteld.
Conclusie
Kortom, grondrechten mogen in bepaalde gevallen door de overheid worden beperkt. Het huisrecht beschermt de burger tegen het onrechtmatig binnentreden van zijn woning. De politie heeft na het intreden van de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 nog steeds dezelfde bevoegdheden om woningen binnen te treden als voorheen. Dat kan zij doen door toestemming te vragen aan de bewoners of met een machtiging.
Auteur: Nina Vink