Het behartigen van andermans belang, wie draagt de kosten?

De kans is groot dat u op een zekere dag de belangen van een ander behartigt. Dat valt in veel gevallen samen met het maken van kosten. De wet bepaalt dat u in sommige situaties recht heeft op vergoeding van deze kosten.

Stelt u zich voor: u maakt ‘s avonds een ommetje met uw hond en ziet een groepje studenten fietsen. Het lijkt erop dat zij al enige alcoholische versnaperingen hebben genuttigd. Eén van hen belandt in een diepe gracht naast het fietspad. U twijfelt geen seconde en springt in het water om de student te redden. Eenmaal veilig aan de kant blijkt dat uw telefoon kapot is gegaan. Moet de student de schade vergoeden?

Zaakwaarneming, hoe zit dat?

Er zijn tal van situaties denkbaar waarbij iemand in een noodsituatie niet in staat is zijn eigen belangen te behartigen. In die gevallen is het gunstig dat een ander daarvoor opkomt (deze persoon wordt ook wel de zaakwaarnemer genoemd). Tegelijkertijd is het niet wenselijk dat die persoon met de kosten blijft zitten. Voor dit probleem vormt ‘zaakwaarneming’ de oplossing.

De kern van zaakwaarneming betreft het behartigen van de belangen van een ander. Dat strekt zich doorgaans uit tot zaken, maar geldt ook ten aanzien van personen. Indien u voorkomt dat de student verdrinkt, behartigt u daarmee vanzelfsprekend zijn belang. Als u echter uw eigen belang behartigt en daarmee toevallig ook het belang van een ander, is er geen sprake van zaakwaarneming. Behartiging van het belang van een ander moet u welbewust doen. Het moet dus uw doel zijn om de student uit het water te redden. Daarnaast kunt u niet zomaar een belang van een ander behartigen. Daarvoor dient een redelijke grond aanwezig te zijn. Een redelijke grond impliceert een bepaalde noodzaak om te handelen. Die noodzaak tot handelen is aanwezig als u iemand ziet verdrinken. Dat ligt anders indien de student, zonder problemen, een stukje wilde gaan zwemmen in de gracht. Als u in dat geval handelt, kan dat worden aangemerkt als ‘bemoeizucht’. Bemoeizucht vormt dan ook géén redelijke grond om uw handelingen te rechtvaardigen. Het op een redelijke grond inlaten met andermans belang is echter onvoldoende om als zaakwaarnemer te kunnen worden aangemerkt. Het uitgangspunt bij zaakwaarneming is dat het handelen op vrijwillige basis plaatsvindt. Dat betekent bijvoorbeeld dat u niet verplicht moet zijn tot handelen op grond van een overeenkomst. In sommige situaties moet het vrijwillige karakter echter wijken voor een andere norm. De wet bepaalt namelijk dat u verplicht bent hulp te verlenen als u iemand in levensgevaar ziet verkeren, zoals de drenkeling in het voorbeeld.

Wat nu?

De eerder geschetste situatie leidt tot een geslaagd beroep op zaakwaarneming, maar wat zijn de gevolgen? Zaakwaarneming is een zogeheten ‘rechtmatige daad’ en schept een verbintenis in het leven tussen de zaakwaarnemer en degene wiens belangen zijn behartigd. Dat betekent dat beide partijen rechten en plichten ontlenen aan de wet, zonder dat zij daar uitdrukkelijk mee hebben ingestemd. De verbintenis die voortvloeit uit zaakwaarneming komt echter niet tot stand als het op voorhand duidelijk is dat u handelingen verricht die de persoon zelf nooit zou hebben gedaan.

Op de zaakwaarnemer rust een zorgplicht. Het is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval wat deze zorgplicht inhoudt. In deze situatie valt het verstrekken van informatie aan de student onder de zorgplicht van de zaakwaarnemer. Hij zal de student op de hoogte moeten houden of hij bijvoorbeeld al een nieuwe telefoon op het oog heeft of dat de telefoon nog gerepareerd kan worden. Uiteindelijk zal hij verantwoording moeten afleggen over de kosten die hij heeft gemaakt, bijvoorbeeld door het tonen van een factuur. De student is op zijn beurt verplicht om de kosten van de nieuwe telefoon of van de reparatie te vergoeden.

Conclusie

Zaakwaarneming is een bevredigende oplossing in het geval een persoon bewust voor andermans belangen opkomt, maar niet met de kosten wil blijven zitten. U mag niet zomaar belangen van een ander behartigen. Daarvoor dient een redelijke grond aanwezig te zijn. Er moet dus een bepaalde noodzaak aanwezig zijn tot het verrichten van handelingen. Bemoeizucht behoort daar niet toe. Het handelen vindt doorgaans vrijwillig plaats, maar kan in sommige situaties verplicht zijn. Een geslaagd beroep op zaakwaarneming leidt tot een verplichting voor degene wiens belangen naar behoren zijn behartigd om de kosten aan de zaakwaarnemer te vergoeden.

Auteur: Max Verweij