Formules vermommen als een ware Picasso op de deksel van je rekenmachine, toch net het zinnetje van dat ene proefschrift overnemen in je scriptie alsof het jouw literaire kunst is of iets te enthousiast de vereisten van doodslag in je wettenbundel opgesomd? Iedereen kent vast wel iemand die vol goede hoop zo’n risico genomen heeft. Helaas kan het ook voorkomen dat je gepakt wordt. Met de aankomende tentamenperiode en alle deadlines aan het einde van het collegejaar kunnen we het er maar beter over hebben: wat gebeurt er als je van fraude wordt beschuldigd?
Gevangenisstraf voor een spiekbriefje?
De wet kent geen vaste definitie van fraude. Toch kan frauduleus handelen wel strafbaar zijn. Een van de bekendste voorbeelden van fraude, plagiaat, zorgt ervoor dat jij je essay toch nog een keer nakijkt op de juiste bronvermelding. Het toekennen van je naam aan het werk van een ander is niet alleen carrièretechnisch onverstandig, maar het is bovendien ook strafbaar gesteld als bedrog. Je doet het werk immers anders voor dan het in werkelijkheid is. Strafrechtelijk gezien kan plagiaat worden bestraft met een gevangenisstraf van twee jaar of een flinke geldboete die kan oplopen tot negentigduizend euro. Het afkijken bij je buurman is overigens niet strafbaar. Na je laatste tentamen hoef je dus niet de politie voor je deur te verwachten.
Studiezwendel
Fraude omvat veel meer dan alleen plagiaat, maar het strafrecht gaat daar niet verder op in. De wetgever heeft namelijk bepaald dat het aan de examencommissie en de decaan van de faculteit is om regels hierover vast te leggen in een fraudereglement. Het fraudereglement wordt vaak als bijlage opgenomen in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van je studie.
In het fraudereglement van de Radboud Universiteit wordt onder fraude verstaan: ‘Het handelen van een student dat erop gericht is een vertekend beeld te geven van diens kennis, inzicht of vaardigheden’. Voorbeelden hiervan uit het frauderegelement zijn het laten maken van je tentamen door een ander, het verdraaien van onderzoeksgegevens of het aanpassen van je antwoorden tijdens de inzage.
Wanneer je in de sporthal met een schuin oog wordt aangekeken terwijl je jouw eigen handschrift op je aantekeningen ontcijfert of komt een paragraaf in je scriptie de beoordelaar wel heel bekend voor, dan wordt gesproken van ‘een vermoeden van fraude’. Zodra de examinator denkt dat je fraudeert, wordt dit direct aan je meegedeeld, maar je mag nog wel je tentamen afmaken als je in de zaal zit. De surveillant kan je verzoeken eventuele bewijsmiddelen, zoals je rekenmachine of woordenboek, af te geven.
Na het tentamen of nadat jij je scriptie hebt ingeleverd, wordt er door de examinator een verslag opgemaakt over het vermoeden van fraude. Naar aanleiding van dat verslag en jouw reactie daarop stelt de examencommissie een onderzoek in. Binnen vier weken nadat het verslag is opgemaakt, beslist de examencommissie of er daadwerkelijk sprake is van fraude en kan een sanctie worden opgelegd.
De examencie
De examencommissie is dus niet zomaar een commissie van je studievereniging die wel eens wat leuks organiseert. In de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) wordt de examencommissie genoemd als orgaan dat bij iedere opleiding aanwezig moet zijn. Zij heeft de taak om vast te stellen of een student voldoet aan de eisen voor het verkrijgen van een diploma. Dat houdt ook in dat de examencommissie verantwoordelijk is voor alle zaken rondom de tentamens en examens. Denk hierbij onder andere aan het waarborgen van de kwaliteit, het vaststellen van de wijze van beoordeling en het verlenen van eventuele vrijstellingen.
Daarnaast wordt in de wet kort nog even vermeld dat de examencommissie is bevoegd om studenten uit te sluiten van deelname voor een of meerdere examens in het geval er fraude wordt geconstateerd. De uitsluiting van deelname kan slechts worden opgelegd voor de duur van maximaal een jaar. Als er echter sprake is van ernstige fraude, kan de examencommissie aan het bestuur voorstellen om de student van de opleiding te verwijderen.
College met een hoofdletter
Stel dat de examencommissie heeft vastgesteld dat er sprake is van fraude en je voor vier maanden wordt uitgesloten van deelname aan tentamens. Ben je het niet eens met die beslissing, dan kun je daar binnen zes weken tegen in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Elke instelling voor hoger onderwijs heeft een eigen CBE waar je een beroepschrift kunt indienen met de redenen waarom je het niet eens bent met de beslissing. De examencommissie zal daarop reageren waarna er in beginsel een openbare rechtszitting volgt. In het CBE van de Radboud Universiteit zit een voorzitter, drie docenten en een student. Na de zitting zal het CBE binnen tien weken een beslissing nemen. Mocht de situatie nog niet zijn opgehelderd, kun je in Den Haag in hoger beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs. Dit is een instelling waar rechters beslissen over de mogelijke fraude.
Conclusie
Ben je ten onrechte beschuldigd van fraude, dan zijn er mogelijkheden om je naam te zuiveren. Als er wel sprake is van fraude, kunnen er behoorlijk zware gevolgen zijn. Daarom is het wellicht toch een beter plan om die literatuurlijst even te controleren of toch wat langer te leren voor dat ene tentamen de avond ervoor. Dan kom je, in ieder geval op fraudegebied, je studie ongeschonden door.
Auteur: Guus Joosten