Ga naar de inhoud

Waarom je na het kopen van een gestolen fiets juridisch nog steeds niet veel hebt

De sfeer in de kroeg zat er goed in. Je hebt lekker gedanst en in alle eerlijkheid iets te diep in het glaasje gekeken. De volgende ochtend kwam jouw kater extra hard aan toen je stilstond bij het feit dat jouw fiets die nacht is gestolen en jij met de benenwagen naar huis bent gegaan. Die mooie fiets van jou belandt al snel op Marktplaats waar een andere, nietsvermoedende student hem voor een paar tientjes op de kop tikt. Ook deze student zal jammer genoeg met een katergevoel achterblijven wanneer hij zich realiseert dat zijn Marktplaatsfiets helemaal niet zijn eigendom is geworden.

Is het BLT-broodje compleet?

Wanneer je een fiets koopt, is het de bedoeling dat daarvan de eigendom overgaat van de verkoper naar de koper, ook wel ‘eigendomsoverdracht’ genoemd. Die eigendomsoverdracht slaagt echter niet wanneer je een gestolen fiets koopt. Voor een geslaagde eigendomsoverdracht moet er namelijk aan drie vereisten zijn voldaan: beschikkingsbevoegdheid, een geldige levering en een geldige titel. Deze drie vereisten zijn af te korten met ‘BLT’ en doen daarom denken aan een lekker BLT-broodje dat op zijn beurt pas compleet is als er aan drie ‘vereisten’ is voldaan, namelijk de ingrediënten bacon, lettuce en tomato.

Om te verklaren waarom je geen eigenaar wordt indien je een gestolen fiets koopt, zijn de laatste twee vereisten, de geldige levering en de geldige titel, niet van belang. Het probleem zit hem in het eerstgenoemde vereiste, de beschikkingsbevoegdheid. Dat komt omdat de dief niet bevoegd is om over de fiets te beschikken. Je bent immers pas bevoegd om over een voorwerp te beschikken indien je daarvan de rechtmatige eigenaar bent. Het zal je niet verbazen dat een dief niet de rechtmatige eigenaar is van het voorwerp dat hij heeft gestolen. De beschikkingsonbevoegdheid van de dief maakt dat het metaforische broodje BLT incompleet is wanneer jij een gestolen fiets koopt, waardoor er geen eigendomsoverdracht plaatsvindt.

Toch is het gek dat je jezelf geen eigenaar mag noemen van een fiets die je elke dag gebruikt en waar je netjes geld voor hebt betaald. Je bent dan evenwel slechts de ‘bezitter’ van de fiets. Iemand heeft een voorwerp in zijn bezit wanneer hij er de macht over uitoefent en hij dit voor zichzelf doet. In het dagelijks leven worden de begrippen bezitter en eigenaar door elkaar gehaald terwijl ze juridisch een andere inhoud hebben. In tegenstelling tot de eigenaar, doet de bezitter slechts alsof het voorwerp van hem is. Denk aan de situatie waarin je vertrouwt op geldige wijze een fiets te hebben gekocht, niet wetende dat die fiets is gestolen. Je gaat je vervolgens gedragen als de eigenaar van die fiets hoewel je slechts de bezitter bent. Dat is een probleem, want je kunt de fiets dan bijvoorbeeld niet in eigendom overdragen aan iemand anders.

Zelfs een dief kan in Nederland eigenaar worden

Dat je slechts een bezitter bent van een gestolen fiets betekent niet dat je nooit meer gerust door Nijmegen kan trappen. Hier komt het leerstuk van de ‘verjaring’ in beeld. Verjaring houdt in dat er een bepaalde termijn verstrijkt waarna je de eigenaar wordt van een voorwerp dat jij in jouw bezit hebt. Er zijn twee vormen van verjaring te onderscheiden: de ‘verkrijgende verjaring’ en de ‘extinctieve verjaring’. Verkrijgende verjaring vindt na drie jaar plaats terwijl extinctieve verjaring pas na twintig jaar plaatsvindt.

Dat de termijn voor verkrijgende verjaring korter is, komt doordat daarvoor ‘bezit te goeder trouw’ is vereist. Bezit te goeder trouw houdt in dat jij jezelf als eigenaar van de fiets beschouwt en dat je jezelf ook als eigenaar mag beschouwen. Het is van allerlei omstandigheden afhankelijk of hiervan sprake is. Als de fiets bijvoorbeeld voor een paar euro aan jou wordt verkocht en er een doorgeknipt slot op de fiets zit, hoor jij mogelijk te weten dat de fiets is gestolen. Koop je de fiets daarna alsnog, dan ben je mogelijk geen bezitter te goeder trouw waardoor je niet door verkrijgende verjaring eigenaar kunt worden van de fiets.

Dat is anders bij extinctieve verjaring, waar het niet uitmaakt onder welke veronderstelling je de fiets in jouw macht hebt verkregen. Dat is vreemd omdat het betekent dat zelfs een dief door extinctieve verjaring eigenaar kan worden van hetgeen hij heeft gestolen. Aanvankelijk wordt hij slechts de bezitter van de fiets en doet hij min of meer alsof hij de eigenaar is. Die pretentie verzwakt de positie van de consument. De dief kan het voorwerp immers niet in eigendom overdragen terwijl de consument erop vertrouwt dat hij dat wel kan. De wetgever heft deze onwenselijke situatie op door middel van de extinctieve verjaring. Enerzijds kan de dief daardoor na een termijn van twintig jaar vrolijk door Nijmegen fietsen op een gestolen fiets die hij zijn eigendom mag noemen. Anderzijds kunnen consumenten die fiets van hem kopen en erop vertrouwen dat ze de daadwerkelijke eigenaar worden. Extinctieve verjaring levert de samenleving dus iets positiefs en iets negatiefs op.

Conclusie

Wanneer je een fiets koopt op Marktplaats is het belangrijk om geen gestolen fiets op de kop te tikken. Behalve het gegeven dat je je mogelijk schuldig maakt aan heling, word je van een gestolen fiets aanvankelijk immers niet de eigenaar. Gelukkig word je daarin geholpen door het leerstuk van de verjaring, dat ervoor zorgt dat je na drie of na twintig jaar alsnog de rechtmatige eigenaar wordt van de fiets. Misschien is jouw eigen fiets enkele jaren geleden wel gestolen. Weet dan dat er ergens op deze aarde iemand op een fiets rondrijdt die juridisch mogelijk nog steeds van jou is.

Auteur: Inse Bekx