Ga naar de inhoud

Van vastlijmen aan tafel tot snelwegen blokkeren, waar ligt de grens?

Klimaatactivisten gaan steeds verder om hun standpunten onder de aandacht te brengen. Recent hebben ze nog de A12 geblokkeerd. Maar wanneer gaat een demonstratie te ver en hoe mag de overheid hierbij ingrijpen?

Vorig jaar zagen we al klimaatactivisten die schilderijen besmeurden of zichzelf ergens aan vastlijmden. De laatste tijd blokkeren activisten met enige regelmaat de snelweg, bij voorkeur de A12 omdat deze weg naast de (tijdelijke) Tweede Kamer ligt. In januari werden hierbij ruim 700 klimaatactivisten gearresteerd. Ook in maart werd er gedemonstreerd op de A12 ter hoogte van Den Haag en werden er wederom 700 mensen aangehouden. De politie heeft bij die demonstratie zelfs een waterkanon ingezet. Maar wanneer mag de overheid ingrijpen bij een demonstratie? We hebben in Nederland toch het recht om te demonstreren?

 

Het demonstratierecht

Het demonstratierecht is een mensenrecht. Dit betekent dat het een recht is dat aan ieder mens toekomt. Het demonstratierecht is vastgelegd in onze Grondwet en in verschillende mensenrechtenverdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het recht om te demonstreren is essentieel in een democratische samenleving. Zo kunnen mensen hun stem laten horen en een politiek debat aanwakkeren.

Mensen kunnen zich beroepen op hun demonstratierecht zodra er sprake is van een demonstratie. Het is echter niet in wetgeving vastgelegd wanneer iets als een demonstratie aangemerkt kan worden. Demonstraties kunnen namelijk allerlei vormen aannemen. Het is in ieder geval vereist dat het gaat om een meningsuiting door een groep in het openbaar. Tijdelijke verkeersblokkades worden daarom ook gezien als een vorm van demonstreren zolang het gericht is op het uiten van een mening.

 

Beperking van het demonstratierecht

De overheid moet zich actief opstellen om het demonstratierecht te waarborgen. Zij doet dit bijvoorbeeld door politie beschikbaar te stellen om een demonstratie in goede banen te leiden. De overheid kan anderzijds het demonstratierecht ook beperken. Zo heeft de politie de mogelijkheid om demonstranten aan te houden. Dit is alleen toegestaan als een demonstrant een strafbaar feit begaat, bijvoorbeeld geweldpleging. Bij een eerdere klimaatdemonstratie ontstond ophef over het feit dat activisten voorafgaand aan de demonstratie werden gearresteerd. Het Openbaar Ministerie stelde dat het oproepen om de A12 te blokkeren gezien kan worden als opruiing, maar hier kwam veel kritiek op. Het vooraf inzetten van strafrechtelijke middelen is namelijk een erg ingrijpende maatregel. Het kan bovendien mensen ervan weerhouden om hun demonstratierecht uit te oefenen.

Daarnaast kan de burgemeester voorschriften stellen of in het uiterste geval een demonstratie verbieden. Om te zorgen dat de burgemeester en de politie zich goed kunnen voorbereiden moeten organisatoren hun demonstratie aanmelden bij de gemeente.  Een demonstratie mag onder andere verboden worden als de burgemeester niet op tijd of niet volledig op de hoogte is gesteld. Een verbod mag nooit op grond van de inhoud van de demonstratie zijn. Daarom geeft de wet aan op grond van welke belangen het demonstratierecht beperkt mag worden, namelijk bescherming van de volksgezondheid, verkeersveiligheid en de bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Ten tijde van corona werd bijvoorbeeld een demonstratie verboden door de gemeente Amsterdam, omdat de afstandsregels waarschijnlijk niet gehandhaafd zouden worden. Het verbod werd essentieel geacht om de volksgezondheid te beschermen. Om de hierboven genoemde belangen te beschermen kan de burgemeester ook voorschriften stellen. Door middel van voorschriften kan een demonstratie wel doorgang vinden, maar onder bepaalde voorwaarden. Zo werd er voor de klimaatdemonstratie van vorige maand bepaald dat de activisten in een park mochten samenkomen in plaats van op de snelweg. Hier werd geen gehoor aan gegeven door de demonstranten.

Het uitgangspunt is dat de overheid de minst ingrijpende maatregel inzet bij het beperken van demonstraties. Een verbod moet daarom achterwege blijven als er afspraken gemaakt kunnen worden met de organisatoren. In de praktijk gaat dit soms lastig. Uit eerdere demonstraties van de klimaatactivisten is gebleken dat het niet lukte om afspraken te maken, omdat de organisatoren weigerden in gesprek te gaan met de burgemeester van Den Haag.

 

Conclusie

Het demonstratierecht is een fundamenteel mensenrecht. Het is daarom aan de overheid om dit recht te waarborgen. Aan de andere kant is de overheid ook bevoegd om demonstraties te beperken. Dit is toegestaan als de volksgezondheid in het geding komt, het verkeer verstoord zal worden of als er wanordelijkheden worden verwacht. Een burgemeester kan met het oog op deze belangen voorschriften stellen of desnoods een demonstratie verbieden. Dit lijkt de klimaatactivisten vooralsnog niet echt af te schrikken. De volgende demonstratie op de A12 staat namelijk alweer gepland. 

 

Auteur: Avalanche Straal